Altijd aan – waarom het brein van jongeren rust nodig heeft

We leven in een tijd waarin stilte zeldzaam is. Het scherm is altijd dichtbij: berichten, meldingen, filmpjes, games — een onafgebroken stroom van prikkels die de aandacht van jongeren vasthoudt. Ze zijn letterlijk altijd aan. Wat ooit bedoeld was om te verbinden, heeft ons in een ritme gebracht waarin rust bijna onnatuurlijk voelt. En dat heeft diepgaande gevolgen voor het brein.

Het menselijk brein is niet gebouwd voor constante stimulatie. Bij elke melding, elk nieuw bericht of like, maakt het brein dopamine aan — het stofje dat zorgt voor een kort moment van voldoening. Hoe vaker die prikkel komt, hoe sterker de hersenen ernaar verlangen. Zo ontstaat een subtiele maar krachtige gewoonte: het brein wil meer. Niet omdat het wil genieten, maar omdat het de volgende prikkel verwacht. Bij jongeren, wiens hersenen nog in ontwikkeling zijn, kan dat leiden tot:

  • verminderde concentratie;
  • prikkelbaarheid en stress;
  • slechter slapen;
  • moeite om plezier te vinden in gewone dingen.

Wat we “onrust” noemen, is in feite een oververhit brein.

Stilte als ongemak

Veel jongeren zeggen: “Ik kan niet zonder mijn telefoon.”
Toch bedoelen ze meestal iets anders: “Ik kan niet zonder afleiding”. Zodra het stil wordt, voelen ze onrust, verveling of leegte — signalen dat hun brein niet meer gewend is aan rust. Dat is geen zwakte, maar een aangeleerde overactiviteit. Het is het resultaat van jarenlange microprikkels die het zenuwstelsel alert houden, zelfs als er niets urgents is. Rust is dan niet meer vanzelfsprekend, maar iets wat moet worden geoefend.

Wat ouders en professionals kunnen doen

  1. Herken de onderliggende behoefte
    Achter schermgedrag zit vaak een behoefte aan verbinding, controle of ontlading. In plaats van “minder schermtijd” kun je vragen: “Wat geeft jou rust?” of “Wat maakt het moeilijk om te stoppen?”
  2. Creëer prikkelvrije momenten
    Niet als straf, maar als oefening in herstel. Bijvoorbeeld één uur per dag zonder scherm — tijdens eten, wandelen of creatieve activiteiten. Het brein leert dan opnieuw dat rust veilig is.
  3. Praat over dopamine en aandacht
    Jongeren begrijpen verrassend goed hoe hun brein werkt als je het uitlegt. Laat zien dat het niet om wilskracht gaat, maar om gewoonte: elke prikkel bouwt een pad in het brein, dat je stap voor stap kunt veranderen.
  4. Geef zelf het voorbeeld
    Jongeren spiegelen gedrag. Een ouder die zelf voortdurend de telefoon checkt, zegt impliciet: “Dit is normaal.” Rust begint bij degene die het voordoet.

Rust als voorwaarde voor ontwikkeling

Concentratie, creativiteit, empathie, geheugen — ze groeien allemaal in momenten van rust. Een jongere die voortdurend in prikkelstand leeft, heeft moeite om zichzelf te voelen. Daarom is het zo belangrijk om rust niet te zien als “nietsdoen”, maar als actieve zelfzorg: een herstelfase waarin het brein leert verwerken, voelen en kiezen.

Rust is niet de afwezigheid van activiteit, maar de aanwezigheid van aandacht. En dat is precies wat jongeren nodig hebben om zichzelf te blijven in een wereld die nooit stopt met roepen.

Over de auteur
Kees Hoogervorst is jeugdhulpverlener en pedagogisch coach. Hij begeleidt jongeren, ouders en professionals in het herstellen van rust, bewustzijn en innerlijke veerkracht — ook in de digitale tijd.

Volgend artikel in de reeks:
🔒 Vertrouwen online – praten over sexting en grenzen