Rond de leeftijd van drie beginnen veel kinderen voor het eerst levendige dromen te hebben. Dit is een natuurlijke fase in hun ontwikkeling, omdat hun hersenen complexer worden en ze steeds meer ervaringen en emoties verwerken tijdens de slaap. Dromen kunnen echter soms beangstigend zijn, vooral als kinderen beginnen te dromen over angstige thema’s zoals spinnen, monsters of andere enge wezens.
Als een driejarige bijvoorbeeld droomt over spinnen, kan dit te maken hebben met een nieuwe ontdekking van de wereld om hen heen. Spinnen kunnen symbool staan voor iets vreemds of onbekends dat een beetje eng voelt voor een jong kind. Dit soort dromen is een normale manier voor kinderen om hun angsten en emoties te verwerken.
In deze fase willen veel kinderen graag een nachtlampje. Dit geeft ze een gevoel van veiligheid en controle, vooral als ze midden in de nacht wakker worden uit een enge droom. Het zachte licht van een nachtlampje zorgt ervoor dat de kamer niet volledig donker is, waardoor de overgang van de droomwereld naar de echte wereld minder beangstigend kan zijn. Het helpt kinderen hun oriëntatie te hervinden en zich te realiseren dat ze in een veilige omgeving zijn.
Het is belangrijk om als ouder of verzorger rustig te reageren op de angsten van een kind na een nachtmerrie. Het aanbieden van comfort, zoals het bespreken van de droom en het inschakelen van een nachtlampje, kan helpen om de angst te verminderen. Door te praten over de dromen en kinderen te laten weten dat dromen onschadelijk zijn, leren ze gaandeweg beter met deze nieuwe ervaringen om te gaan.
Het gebruik van een nachtlampje, samen met een geruststellende bedtijdroutine, kan een effectieve manier zijn om kinderen te ondersteunen in hun emotionele ontwikkeling tijdens deze nieuwe fase van het dromen.