Het was stil bij de vijver.
Finn dommelde in, zijn kopje onder zijn vleugel.
De maan spiegelde in het water, zacht en vredig.
Maar in zijn droom
begon het water te kolken.
De hemel trok dicht, de bomen werden zwart.
Finn:
“Waar ben ik…? Alles voelt zo vreemd.”
Een donkere golf trok over hem heen.
Hij hoorde zijn eigen stem — maar anders.
Die stem fluisterde:
“Je bent klein. Je stelt niets voor.”
Finn probeerde te zwemmen,
maar het water leek dik als modder.
De stem werd harder:
“Waarom denk je dat je iets kunt veranderen?”
Finn schudde zijn kop.
“Stop… ik wil wakker worden!”
Hij spartelde, tot hij plotseling niets meer hoorde.
De stilte was zó diep
dat hij zijn eigen hart kon voelen kloppen.
Daar, in die stilte,
hoorde hij een andere stem — zacht, maar helder.
“Je hoeft niets te bewijzen, Finn.
Je bent er al. Dat is genoeg.”
Hij ademde.
Het water werd weer helder, de lucht lichtgrijs.
De zon brak door,
en met één trilling gleed de droom weg.
Finn ontwaakte.
De vijver glansde in de ochtend.
Een libel vloog langs.
Een golfje tikte tegen zijn poot.
Finn glimlachte.
Finn:
“Wat een nacht…
en toch voel ik me lichter dan gister.”
Hij keek naar zijn eigen spiegelbeeld.
Het zag er hetzelfde uit,
maar voelde anders vanbinnen.
Finn:
“Misschien is het niet erg om klein te zijn.
Misschien ligt dáár juist mijn kracht.”
Hij waggelde naar het riet,
waar het zonlicht speelde tussen de stengels.
Voor het eerst sinds lang
voelde hij geen haast, geen druk — alleen rust.
Vertelstem:
Soms moet de nacht je wakker maken,
voordat je het daglicht echt kunt zien.
Wie door zijn angst heen ademt,
vindt niet alleen vrede,
maar ook zichzelf.
#EendjeFinn #DeNachtVanDeSchaduw #InnerlijkeRust #KrachtInKleinZijn #WijsheidDoorErvaring #LichtNaDeStorm